Cultuuroverleg
Meetjesland

Oorlogsherinneringen uit De Linde

Woonzorgcentrum bevat schat aan kennis en informatie

05 nov 2024

Cultuur- en erfgoedpubliek

Erfgoedvrijwilligers

Een huizenhoog cliché misschien, maar ook wel echt waar: in onze woonzorgcentra zit een schat aan informatie en kennis verzameld. En we doen er te weinig mee. Dit artikel is een ode aan Angela Riebbels (95), bekend als engelbewaarder van de Bevende Hazelaar en ooit bloemenprinses in de Bevrijdingstoet.

Deel dit verhaal

facebook twitter

In het woonzorgcentrum in Waarschoot hadden we een hartelijke ontmoeting met Andries Mathys (90), Jacqueline Crapé (82) en Jeanine Claeys (85). Wat bracht de oorlog hen? We bezochten ook Angela Riebbels en mochten foto’s uit haar album scannen. Het gesprek moesten we uitstellen, want het ging haar niet goed zei ze. Helaas is uitstel afstel geworden, want drie dagen later nam ze haar verhaal van bloemenprinses mee naar de hemel, ze overleed drie dagen na ons bezoek. Angela was bij uitstek een erfgoedzorger in onze regio, ze was ook lang bestuurder van de Heemkundige Kring in Waarschoot. Dit verbindend verhaal dragen we dan ook graag op aan haar.

Kwijt of rijk

In Woonzorgcentrum De Linde in Waarschoot (Lievegem) tracht Femke Vermeire samen met de bewoners zoveel mogelijk verhalen voor het nageslacht te bewaren en aanwezige ervaring te valoriseren. Door verhalen op te nemen, door fotografie, door expo’s en vooral veel luisteren, komt Femke heel dicht bij de ziel van de bewoners. “Door te luisteren, krijg je heel veel terug. En ik merk dat er op deze manier ook een verhalenschat uit het verleden bewaard kan blijven, die we anders kwijt zijn.”

Inwoners Andries Mathys en Jacqueline Crapé van De Linde in Waarschoot

Muzikant en verteller Andries Mathys (90)

“Ze zouden mij moeten laten gidsen in Het Leen, ik kan zoveel vertellen”

Toen Andries klein was, groeide hij op aan de Rijksweg, nu N9, de baan tussen Gent en Eeklo. “Op de Dam waren er enkele arbeidershuisjes. Daar ben ik opgegroeid. En wat ik nog heel goed weet: de oorlog is bij ons begonnen. Iedereen zat te wachten op de oorlog in onze streek. Maar de eerste bom is bij ons, aan Het Leen, gevallen. We zouden eerst de sirenes horen afgaan, zegden ze. Maar dat was niet waar. Een eerste bom viel op en naast ons huis. Het hele dak was weg, ons huis was vernietigd. Mijn pa werkte in de textielindustrie en hoorde ervan. In de veronderstelling dat niemand het had overleefd, kwam hij met een bang hart naar huis toegesneld. We waren allemaal dood, dacht iedereen. Maar niets was minder waar. Er was eerst een bom naast ons huis gevallen. En mijn ma had het idee om meteen in die krater te gaan schuilen. Men had toen namelijk het idee dat een bom nooit twee keer op dezelfde plaats zou vallen. Daarna viel een tweede bom op ons huis. Zo hebben we het overleefd.” Over de tweede bom gesproken. Eén kindje bleek vermist. Het jongentje zelf zat wél nog in huis. Verscholen onder de Leuvense stoof. Iedereen heeft het dus overleefd… Daar wordt een mens even stil van. “Dit bombardement was voor de hele regio het signaal dat de oorlog begonnen was”, zegt Andries. Daarna hebben we tijdens de oorlog nog veel last gehad van de Duitsers, aangezien ze voortdurend gebruik maakten van de Grote Baan en ook Het Leen hadden overgenomen.” Andries kent zijn baan in Het Leen. “De volgende keer dat ge met de mensen naar Het Leen gaat, wil ik gids zijn, Femke!” klinkt het, “Ik heb daar mijn jeugd door gebracht. Duitsers of niet. Later: Belgisch leger of niet. Altijd vonden we wel een manier om in Het Leen rond te gaan lopen. Ik ken het gebied als mijn broekzak. Ze zouden mij moeten laten gidsen in Het Leen, ik kan zoveel vertellen.” En vertellen, dat kan Andries als geen ander. Hij was vele jaren klarinettist bij muziekmaatschappij Concordia (de ‘katholieke’) in Waarschoot maar hij gaf ook lezingen in heel Vlaanderen over muziek en hoe muziek te beluisteren. “Dat doet hij nu nog binnen het centrum”, zegt Femke. “Hij bereidt zijn lezing voor en wie wil kan komen meegenieten van wat hij over muziek te vertellen heeft.” Storytelling, het is van alle tijden.

Kunstliefhebber en voormalig verkoper Jacqueline Crapé (82)

“Mijn ouders vertrokken naar Duitsland en ik was net geboren”

Ze is dolblij dat een schilderij uit haar huis net is opgehangen in haar nieuwe kamer. Na een kort verblijf in Ave Maria Sleidinge is Jacqueline Crapé (82) uit Beke inwoner van De Linde in Waarschoot. Het schilderij geeft haar toch een houvast naar thuis. “Ik hou van kunst”, lacht ze. Hoe een leven bepaald kan worden door de oorlog. Dat is het verhaal van Jacqueline die in 1942 geboren is. Haar herinneringen over de oorlog zijn miniem maar haar levensloop, en die van haar oudere zus, werd wel bepaald door de oorlog. “Mijn vader was soldaat bij het Belgische leger. Na de overgave werd hij uiteindelijk gedwongen om in Duitsland te gaan werken. Mijn moeder is mijn vader, net na mijn geboorte, gevolgd. In Ermsdorf. Ze was pas bevallen toen ze vertrok. Ze zijn beiden pas in 1946 terug gekeerd en al die tijd hebben ik en mijn zus bij mijn grootouders gewoond.” Het waren de eerste jaren van haar leven. “Ik heb daar prachtige herinneringen aan”, vertelt Jacqueline, “Aan het opgroeien bij mijn grootouders.” Maar de relatie met haar moeder is nooit meer goed gekomen. “De jongere kinderen in het gezin hebben haar als moeder gekend, maar wij veel minder. Mijn zus en ik zijn elk in het gezin van de ouders van hun ouders geplaatst. “Ik bij de grootouders langs vaders kant. Mijn zus bij de grootouders langs moeders kant. We woonden niet ver van elkaar en hielden op deze manier contact. We liepen ook altijd hetzelfde gekleed, zoals ze dat wel eens met tweelingen doen. “ Jacqueline startte haar carrière in de verkoop en stampte mee de eerste grote GB (later Carrefour) uit de grond hier in het Gentse, die van Sint-Denijs-Westrem langsheen de R4 die nog steeds bestaat. We nemen met haar een fotoboek door en ze heeft het uitgebreid over haar vader Marcel Crapé en haar grootouders, Cyriel Crapé en Marietje Verstraete. “Bij avond moesten we bidden op onze blote knieën, daarna sliepen we soms op matrassen in de kelder tijdens de oorlog. Mij zul je niet horen zeggen dat ik een slechte jeugd heb gehad”, knipoogt ze. “Maar bij mijn ma heb ik nooit op de schoot gezeten. Toen mijn moeder me zei dat haar houding en de afstand tussen ons haar had gespeten, zei ik ook vele jaren later als volwassene dat ik daar allemaal niet meer over nadacht. Maar eigenlijk was dat niet waar. Ik denk er nog over na.”

Bloemenmeisje Jeanine Claeys (85)

“Ik gaf bloemen aan de soldaten”

Met Jeanine Claeys, ook uit Beke, bladeren we door het fotoboek Waarschoot in Oude Foto’s, uitgegeven in 1992 bij 750 jaar Waarschoot. “Ik was zes jaar toen de oorlog geëindigd is, dus van het begin ervan weet ik echt niet veel meer”, vertelt Jeanine Claeys (85). “Wat ik wel nog heel goed weet was de bevrijding, toen ik als kind bloemen mocht afgeven aan de soldaten. En ook de stoet op Beke een jaar later, toen de oorlog helemaal gedaan was, is een evenement dat in mijn geheugen gegrift staat. Mijn moeder, tante en grootmoeder staan op één van die foto’s in zo’n Duitse karretje dat was achtergebleven nadat ze op de vlucht zijn geslagen. Ze zijn verkleed in Duitsers en worden zogezegd afgevoerd naar huis. ‘De weg terug’, staat er bij.”  (zie kopfoto, privécollectie Marleen Pattyn). Ze heeft ook nog herinneringen aan de Engelse soldaten die bij hen logeerden. “In Beke waren dat geen Canadezen of Polen, maar Engelsen. Sommigen zijn zelfs contact blijven houden. Toen mijn grootouders 50 jaar getrouwd waren, is er een soldaat afgekomen. Er waren ook twee soldaten waar we niets meer van hoorden. Ik ben er bijna zeker van dat zij gesneuveld zijn in Nederland. Ze hadden beloofd dat ze gingen schrijven.” In Jeanine haar herinnering was het in de dagen na de Bevrijding bijna elke dag feest. “Er was euforie”, vertelt ze. Bij de iets oudere Andries Mathys, onze eerste gesprekspartner, bracht dit ook andere, meer bittere, herinneringen naar boven. “Er zijn ook mensen afgeklopt en vernederd. Omdat ze met de Duitsers hadden samengewerkt. Het was niet allemaal koek en ei.”

Drie gesprekken, drie keer een heel andere kijk op gebeurtenissen die in ieders familie wel emoties doen oplaaien. In het woonzorgcentrum wonen mensen die over deze oorlogsperiode maar ook over ander ‘recent’ verleden, Expo 58, de jaren zestig, Elvis Presley, het eerste staal en de industriële opgang van Vlaanderen… ons zoveel meer kunnen vertellen en al dat fraais (en minder fraais) kunnen bewaren voor het nageslacht.

Met COMEET/Erfgoedcel Meetjesland heb je als zorger of erfgoedenthousiasteling alvast een partner die jou bij dergelijke initiatieven graag helpen en ondersteunen. Laten we niet wachten tot het verleden naar de hemel reist.

 

Gerelateerde verhalen

Het miraculeus overleven van pater De Sutter bij vliegtuigramp in Kunming

Patriek De Meyer, schrijver en erfgoedenthousiasteling in Lotenhulle en Poeke

Cultuur- en erfgoedpubliek

Bewogen jaren en Bevrijding in Lotenhulle en Poeke

Erfgoedcel Meetjesland

Cultuurvrijwilligers

Cultuur- en erfgoedpubliek

Erfgoedvrijwilligers

Twee verdwenen reuzen brengen twintig andere reuzen samen

Erfgoedcel Meetjesland

Cultuur- en erfgoedpubliek

Organisatoren