Cultuuroverleg
Meetjesland

Zorg dragen voor Neogotiek

Zorg dragen voor Neogotiek

20 mrt 2025

Cultuur- en erfgoedpubliek

Erfgoedvrijwilligers

Toen de Eeklose Erfgoedzorgers vroegen wie de kunstwerken van Leo Steel in de Sint-Vincentiuskerk wou laten blinken, aarzelden Jan Verstraete en Jan Vermeire geen moment. Hun passie voor erfgoed én hun lef op hoogte maken hen de perfecte gesprekspartners.

Deel dit verhaal

facebook twitter

Eeklose parel van de 19de eeuw

Toen in de pas opgerichte groep Eeklose Erfgoedzorgers de vraag gesteld werd wie op de huizenhoge stelling wou om de twee grote kunstwerken van de Sleidingse kunstenaar Leo Steel in de majestueuze Sint-Vincentiuskerk opnieuw te doen blinken, twijfelden Jan Verstraete en Jan Vermeire niet. Een beetje hoogtevrees houdt hen niet tegen. Zoveel passie voor erfgoed, dat smeekt om een gesprek.

 

Terwijl de ene Jan nog op de fiets zit, babbelen we al wat in met Jan Verstraete. Zo vaak te vinden in de kerk, zo gebeten om wel te doen en niet om te zien. Een vrijwilliger in hart en nieren. En een levend bewijs van de kracht die het vrijwilligerswerk in Vlaanderen is. Zonder mensen als de twee Jannen is het onmogelijk om Sint-Vincentius, parel van neogotiek, in ere te houden en te verzorgen als de kunstschat die het is. Zonder vrijwilligers is het onderhoud van dergelijke monumenten gewoonweg onbetaalbaar. En blijkt ook dat Jan ooit zanger was in een band met de Sleinse bard Michel Goessens, zijn illustere Meetjeslandse klasgenoot in het college. Maar die wilde periode ligt ver achter de rug.

 

Jan Verstraete & Jan Vermeire

 

Argumenten voor het woordje uniek

“Ik ben blij dat je er ook zo over denkt”, zegt Jan als reactie op de loftrompet die we doen schallen over de hoofdkerk van Eeklo. Wat een kleurenpracht, wat een grootsheid, wat een zwier en prachtige muurschilderingen, wat een stijl…

 

Jan Vermeire schuift ondertussen aan in de sacristie en doet er een schepje bovenop: “Wij beseffen soms niet goed wat wij hier in Eeklo allemaal bezitten: een 17de eeuws stadhuis met een belfort als UNESCO werelderfgoed en zeker ook onze Sint-Vincentiuskerk en alle andere neogotische gebouwen in de stadskern.” Hij schuwt de grote woorden niet. “Onze kerk is uniek.” We gebruiken het woord niet graag. Maar Jan vertelt meteen waarom en hij heeft gelijk. “De Bijbelse  teksten op de muurschilderingen zijn allemaal in het Nederlands, dat zie je nergens. De bekende historicus Elisabeth Dhanens (1915-2014), bekendheid verworven door haar kennis van het Lam Gods in Gent en in Eeklo geboren en getogen, heeft al die teksten verzameld en in haar publicaties beschreven. Ook alle andere kunstwerken in de kerk heeft zij nauwgezet beschreven en opgelijst. Een tweede punt is het gebruik van de faiencestenen. Het is bekend dat de Gentse architect Modeste de Noyette (1847-1923) in Gentbrugge eerst een heel gelijkende kerk aan het zetten was, maar daar is geen faiencekunst gebruikt. In Eeklo wel en je zou dat zelfs een soort overgangsfase richting Art Nouveau en het latere Art Déco kunnen noemen. Da’s een vormgeving die voor de laatnegentiende-eeuwse interieurarchitectuur al heel vernieuwend is. Zien we ook bijna nergens: twee Mariakapellen tegenover elkaar in plaats van één. De traditionele heiligenkapel voor Sint-Vincentius van Zaragoza is bij ons in een zijkapel terecht gekomen in de kerkstructuur. En daarmee besluit ik mijn argumentatie naar het woordje ‘uniek’ toe: Vincentius van Zaragoza, van oudsher patroonheilige in Eeklo, heeft buiten Spanje maar één kerk die aan hem is toegewijd: in Eeklo. Wellicht is door de handel in relieken door de Moren in die tijd, het relikwie van Vincentius van Zaragoza hier in Vlaanderen terecht gekomen.” Deze Sint-Vincentius,  niet te verwarren met Vincentius A Paulo, was ook de patroonheilige van de vorige, in de 19de eeuw afgebroken, romaans-gotische kerk van Eeklo. Jan besluit zijn betoog met een verhaal dat ons bij een vorige ontmoeting met de Eeklose Erfgoedzorgers enorm had getriggerd. “Een heel bijzonder aspect aan de Eeklose kerk is de wand vol heiligen in het hoogkoor waar er één martelaar zonder aureool afgebeeld staat, want geen heilige. Het gaat om Pasianus. Deze pastoor van Eeklo werd in 1572, net als de -wel heilig verklaarde- 19 martelaars van Gorcum (thans Gorinchem), in het Nederlandse Den Briel opgesloten door de geuzen waar hij stierf als martelaar. Pasianus was rijk en onder meer bezitter van ‘het rootjen’ op de markt van Eeklo. Is dat misschien de reden waarom hij nooit heiligverklaard werd? Omdat hij zo rijk was? Alleszins, in onze kerk kreeg hij een plek tussen de heiligen en apostelen, als enige Eeklonaar op de wand.”

 

Vanwaar die passie toch?

Jan Vermeire vertrekt binnenkort met zijn vrouw te voet naar Rome. “Vorig jaar deden we Compostela. Nu houden we het iets dichter bij huis en wordt het Rome”, glimlacht Jan.

 

Bij Jan Vermeire is die passie voor het geloof en zijn inzet voor de kerk al te zoeken in zijn kindertijd. “Ik ging als kind naar de mis nog voor het Tweede Vaticaans Concilie in 1965. Ik weet nog dat de priester op de preekstoel stond en toen de mis in het Latijn werd opgedragen met de priester gericht, richting hoogkoor, niet naar de mensen. Dat intrigeerde me toen al. Wanneer ik mijn A2 bouwkunde deed kregen wij ook kunstgeschiedenis en ik vermoed dat ik de enige in de klas was die echt geboeid was door die materie. Dat is niet meer weg gegaan.” Jan Vermeire is een echte Eeklonaar maar heeft familie in Oostwinkel en is altijd geïntrigeerd geweest door de oorlog. “Onze kerk van Eeklo is heel erg beschoten. Eigenaardig genoeg door de Belgen, in het begin van de oorlog, toen zij zich terug getrokken hadden achter het Schipdonkkanaal en vanuit Oostwinkel de Duitsers in Eeklo onder vuur namen. Een grootnonkel van mij is bij die gevechten omgekomen.”

 

Bij zijn kompaan Jan Verstraete krijgen we ook een prachtig verhaal te horen waarom altijd hij zo nauw verbonden is gebleven aan de Sint-Vincentiuskerk en aan de Eeklose geloofsgemeenschap. “In het bestuur van de kerkfabriek zat destijds beeldhouwer Albert Dhavé (1912-1995). De zorg en toewijding van die man. En ook de manier waarop hij mij leerde de kunstwerken te appreciëren, anders te bekijken, de waarde ervan in te schatten en er omzichtig leerde mee omspringen, heeft bij mij wel veel interesse en misschien wel de passie opgewekt. Toen begreep ik hoe belangrijk dit allemaal is.” Albert D’Havé is net als generatiegenoot Elisabeth Dhanens niet de eerste de beste. In de tentoonstellingsbrochure Kunstsalon Eeklose Meesters (2019) lezen we hoe Albert D’Havé opgroeide in een Eekloos meubelmakersgezin en na de sluiting van meubelbedrijf Van Zele in 1929 de stiel leerde in het eigen atelier van zijn vader en later bij Dupont in Brugge waar kerkmeubelen en heiligenbeelden werden gemaakt. In de jaren dertig werd hij lid van de Eeklose Kunstgilde en ontwikkelde er verder zijn teken- en boetseertalent. Zijn werk is nog steeds te bewonderen in Eeklo maar ook in binnen- en buitenland. In zijn atelier in de Kerkstraat vervaardigde hij vanaf 1944 duizenden grote en kleine beelden in hout, marmer, witsteen en brons. Voornamelijk werk met een religieuze inslag. “Momenteel hebben we in de kerkfabriek ook een kunstenaar zitten, Erik Overmeire, ik leer daar ook ongelofelijk veel van. Hij heeft een indrukwekkend fotoarchief van de kleinste details van deze kerk. En zegt me zelf vaak dat hij nog dagelijks bijleert over onze kerk. Ik vind dat fantastisch, al die kennis verzameld in één mens.” Hopelijk kunnen we al die inspanningen doorgeven aan een volgende generatie.

 

De vrijwilliger, de toekomst

Het verhaal van Jan Verstraete toont aan dat, naast religie, ook bewondering voor schoonheid en interesse in geschiedenis vrijwilligers drijft om met religieus erfgoed aan de slag gegaan. Een oproep van de Eeklose kerkfabriek zorgde ervoor dat een twintigtal mensen, velen met een voltooid parcours bij de Eeklose kunstacademie, zich bereid tonen om het behoud en beheer van de kerkcollectie en het interieur ter harte te nemen. Ze kregen allen opleiding van de provincie Oost-Vlaanderen in behoud en beheer. Binnenkort krijgen ze een vorming reiniging van textiel om de kostbare gewaden in de sacristie te behandelen. Momenteel is er ook samenkomst geweest voor het reinigen van de kruisweg. Het gaat om een meesterwerk van de Aalsterse kunstenaar Jozef Meganck (1807-1891), zeven staties in volle opbouw geschonken door een Eeklose burgemeestersdochter die in Aalst gaan wonen is. “Past zeker in de toenmalige traditie van de neogotiek maar draagt ook sporen van impressionisme en modernere vormgeving in zich”, vertelt Jan, “Die staties waren echt heel stoffig en door er in groep aan te werken en de ons aangeleerde technieken eens uit te testen, blinkt het meesterwerk opnieuw. Dat was echt een heel bijzonder moment. Op deze manier kunnen we onze waardevolle kunstwerken opnieuw in waarde herstellen om mensen te laten van genieten.” Er is dus heel wat dynamiek ontstaan en binnen de kerk hoopt iedereen dat dit kan leiden tot een verhaal dat voor de Sint-Vincentiuskerk van goudwaarde zal zijn. Het prachtige mensenwerk van vroeger zal dienen bestendigd te worden door mensenwerk van nu en morgen. “Alleen zo verzekeren we er ons van dat bezoekers, en die zijn er in Eeklo uit binnen- én buitenland, onze kerk blijven binnenstappen en bewonderen. De belangstelling daarvoor blijft intact. We doen dat toch allemaal zelf als we in het buitenland of in een ander dorp in Vlaanderen zijn, de kerk binnenstappen en even genieten van de schoonheid en de rust?” Naast de groep vrijwilligers zijn er binnen de parochie nog veel meer mensen actief als vrijwilliger. Dat mag geschat worden op een 200-tal. “Dat was vroeger uitgesproken zo dat mensen zich onbaatzuchtig inzetten voor de kerkgemeenschap. Dat is nog steeds zo”, bevestigen de Jannen. “Een mooi initiatief van de parochie is bijvoorbeeld de de eeuwontwikkeling van een podcast die op verschillende plekken in de kerk het verhaal vertelt van de rol die het gebouw speelt in textielstad Eeklo. Een leuk initiatief.”

 

Waarom vond de flamboyante neogotiek zo heel manifest zijn weg naar Eeklo?

Het is zeker zo dat de rijke mensen in Eeklo, de textiel en de handelaren, een belangrijke stempel op de stad wilden zetten. De invloed van kerkmecenas  Ridder Karel Stroo (1793-1873) is onmiskenbaar. “Hij heeft de ruwbouw betaald.” En de neogotiek verspreidde zich in heel Vlaanderen. Maar voor een interessante verklaring grijpt Jan Vermeire terug naar de Franse Revolutie. “De Franse Revolutie en de Napoleontische periode heeft de almacht van de kerk geen deugd gedaan. En ook de Nederlandse koning die hier baas was in het begin van de 20ste eeuw was als protestant niet de man die investeerde in kerk maar eerder in economie, bijvoorbeeld de Gentse Haven. In het nieuwe België was dat ook Leopold I zijn prioriteit niet, ook protestant immers. In de late 19de eeuw was, ook in Eeklo, een echte heropflakkering van het geloof gaande en de middeleeuwse kerkgebouwen waren er na jaren desinteresse deerlijk aan toe. Dat is ook een belangrijke verklaring.” De Jannen vertellen erbij dat de ambities van de bouwers van toen nog groter waren. Ze wilden de ingang naar de Markt richten en als de centen er geweest waren was het wellicht nog flamboyanter dan het nu is. Alleen leert lectuur van het boek Sint-Vincentiuskerk van Cyriel Van de Bouchaute (1923-2006) ons dat er binnen de Eeklose bestuursorganen harde woorden zijn gevallen over de exuberante prijzen die men toen betaalde voor het pronkstuk van de Eeklose elite. “Wist je dat 1 boot bakstenen, van klei uit het Drongengoed, die toekwam op het Kaaiken, nu Van de Woestijneplein, goed was voor 1 rij rondom rond? Dat zegt toch iets over het gigantische werk dat men hier geleverd heeft, als je voor de kerkingang gaat staan en even naar omhoog durft te kijken. Ook de discussie over het behoud of de afbraak van de vorige kerk, romaans en gotisch, werd in die tijd heftig gevoerd. De zorg om het verleden te bewaren was ook een zorg tot in de allerhoogste kringen van de stad. Maar uiteindelijk werd toch voor tabula rasa gekozen”, vertelt Jan Vermeire.

 

Het laatste woord is niet gezegd

Over de neogotiek in Eeklo is het laatste woord niet gezegd. Op Erfgoeddag (zondag 27 april 2025, om 16u) geeft moraalfilosoof Jan Verplaetse (UGent), ook een Jan, in Torenhof aan de kerk over zijn nieuwste boek Ultramontaan:

“Het is erg verdienstelijk dat erfgoedorganisaties en COMEET/Erfgoedcel Meetjesland veel belangstelling hebben voor ons religieus erfgoed. Dat erfgoed is dikwijls van een hoge esthetische kwaliteit en appelleert aan tijdloze emoties en ervaringen van schoonheid, bezinning, rust en mysterie. Het zou een grote verarming voor onze cultuur betekenen mochten we niet meer kunnen genieten van stemmige kerk of kapel, geen kaarsen meer branden in een Mariagrot of niet meer kunnen luisteren naar religieuze orgelmuziek. We moeten dit bewaren.” De moraalfilosoof verwijst bij die bewaarplicht ook meteen naar het tanende geloof en een verminderde kerkgang die al een drietal decennia onmiskenbaar is in Vlaanderen.

 

“Toch mis ik naast de aandacht voor het materiële en tastbaar artistieke een gelijksoortige belangstelling voor het gedachtengoed dat aan de basis lag van al dit moois en ingetogens”, zegt Jan Verplaetse. “We weten nog weinig af van de denkwereld die achter monstransen, baldakijnen en relieken zat. Enerzijds is dit een wat vreemde, bizarre ideeënwereld die ver verwijderd is van onze eigentijdse ervaringswereld. Wie kan nog precies zeggen wat aflaten waren en wat er tijdens het laatste oordeel gebeurt? Anderzijds verwierp men beginselen en waarden die we nu als verworven beschouwen en omarmde men een ideologie die we als volkomen niet-westers veroordelen. Onder al dat moois zat een filosofie die we vandaag niet zo schoon meer vinden. Toch denk ik dat we ons religieuze erfgoed tekortdoen wanneer we die ideële dimensie niet in onze historische belangstelling betrekken.”

 

Ultramontaan

“In mijn lezing op Erfgoeddag ga ik dieper in op de ultramontaanse beweging die in het midden van de 19de eeuw buitengewoon populair was in Vlaanderen en ook in Eeklo. Ultramontanen verdedigden het pauselijk absolutisme, waren gekant tegen vrijheid en gelijkheid en beoogden het herstel van de christelijke gemeenschap onder pauselijk gezag. Verdedigers van dit theocratisch ideaal met romantische inslag, waaronder Guido Gezelle, verwierpen de idealen van de Verlichting en de Franse revolutie. Als zoeaven vochten ultramontanen voor het behoud van de Pauselijke Staten en als antirevolutionairen streden zij voor een terugkeer naar het ancien régime. Hun objectief was helder: geen moderniteit maar omnia instaurare in Christo.”

“In mijn boek vertel ik over dit vergeten 19de-eeuwse gedachtengoed aan de hand van een dialoog over de doodstraf”, vertelt Jan Verplaetse. “Officieel werkte de guillotine nog, maar het verzet tegen die ultieme straf nam toe. Ultramontanen waren zonder reserve voor het behoud van de doodstraf. Nu, als je weet dat ultramontanen alles in een neogotische kleedje staken, van kerk en grafkapel tot gevangenis, kasteel en zelfs stoommachine of biljart, dan vraag je je af waarom ze nooit een neogotische guillotine ontwierpen. In het boek geef ik een antwoord op deze vraag. In de lezing geef ik dit antwoord niet prijs maar ontsluit ik de ideeënwereld van die rare snuiters van toen.” (Ultramontaan door Jan Verplaetse, Pelckmans Uitgeverij 2024)

 

COMEET denkt mee na

Erfgoedcel Meetjesland binnen COMEET volgt mee het religieus erfgoed op in de regio.

Dit beschouwen we als ons takenpakket:

Dienstverlening met implicaties naar cultureel erfgoed

  • Vrijwilligerswerking opzetten en begeleiden, ondersteunen bij inventarisatie en begeleiden waarderingstrajecten (waardering op zich is specialistenwerk)
  • Hulp bij collectiezorg (enkel objecten, bij zorgvragen over het gebouw verwijzen we door)
  • Netwerk voor kennisdeling en ervaringsuitwisseling
  • Digitalisering migratie collecties naar nieuwe Vlaamse erfgoeddatabank (bij reeds bestaande digitale collecties)
  • Link leggen tussen onroerend erfgoed, de religieuze collectie, verwante tradities en cultuur (kunst, podium, literatuur…)

Dienstverlening met gezamenlijke implicaties naar cultureel erfgoed én het onroerend erfgoed

  • Inspireren, ideeënontwikkeling op basis van het aanwezige culturele erfgoed in kerk én kern
  • Sensibiliseren kerkraden en gemeentebesturen
  • Publiekswerking: evenementen mee helpen opzetten die de kerk en haar objecten tonen aan het publiek

U kunt bij ons terecht via erfgoedcel@comeet.be

 

Op Erfgoeddag, zondag

Gerelateerde verhalen

Van een Safarken tot archiefpassie.

Geert De Smedt

Cultuur- en erfgoedpubliek

Bezoek Claudine De Wispelaere in atelier Nauterkensnest

Claudine De Wispelaere, Aalter

Artiesten

Cultuur- en erfgoedpubliek

Bezoek Marc Mestdagh in atelier deWeverij

Marc Mestdagh, Evergem

Artiesten

Cultuur- en erfgoedpubliek